Aortastenose
Aortastenose is een veel voorkomende aangeboren hartafwijkingen bij honden. Het komt veel minder frequent voor bij katten. Bij honden is meestal sprake van een vernauwing net onder de aortakleppen. Bij katten betreft het juist de vernauwing net boven de aortakleppen. Hartfalen is zelden een gevolg van aortastenose tenzij er ook een lekkage van de kleppen tussen de boezem en kamer aanwezig is.
Door de vernauwing van de aorta ontstaat een turbulentie van de bloedstroom die bij het luisteren met een stetoscoop te horen is als een hartruis. Ook ontstaat een hoge snelheid van de bloedstroom die kan worden vastgesteld en gemeten door Doppler echografie van het hart.
Er wordt onderscheid gemaakt in drie vormen:
- Subvalvulaire aortastenose (SAS). Hierbij is er een vernauwing door een complete of incomplete ring net onder de aortakleppen.
- Valvulaire aortastenose (VAS). Hierbij is een afwijking van de aortakleppen verantwoordelijk voor de vernauwing.
- Supravalvulaire aortastenose (SupAS). Hierbij is de vernauwing boven de aortakleppen aanwezig. Deze vorm is bij de hond erg zeldzaam.
De subvalvulaire aortastenose is de meest voorkomende vorm van aortastenose bij de hond. Het blijkt een progressieve ziekte te zijn, die vaak de maximale ernst binnen de eerste 12-15 maanden ontwikkeld. De aandoening wordt vaker gevonden bij Boxers, Newfoundlanders en Golden Retrievers. Het komt ook voor bij andere rassen.
C Bussadori 1 , C Amberger, G Le Bobinnec, C W Lombard
Bij boxers komt subvalvulaire aortastenose veel voor. Hierbij betreft het vaker de mannelijke dieren. Er is een sterke aanwijzing dat het erfelijk is aangelegd. Om deze reden worden fokdieren echografisch gescreend. Ze worden uitgesloten voor fokdoeleinden als blijkt dat aortastenose aanwezig is bij deze dieren.
Klinische symptomen zoals zwakte, het optreden van flauwtes en plotselinge dood worden gezien bij honden met ernstige of matig-ernstige AS. Honden met milde aortastenose vertonen zelden problemen. Bij zorgvuldig lichamelijk onderzoek kan een hartruis gevonden worden die wijst op de aanwezigheid van een aortastenose. De uiteindelijke diagnose moet worden bevestigd door een echografisch onderzoek van het hart. Hiermee worden de morfologische kenmerken, het type stenose en de drukgradiënt over de stenose beoordeeld.
Behandeling bestaat uit het voorschrijven van medicatie die de druk in de linker hartkamer verlagen. Dit wordt geadviseerd bij matig ernstige en ernstige vernauwing van de aorta.